Met een vloerverwarmingssysteem van ComfortFloors heeft u geïnvesteerd in een kwalitatieve en comfortabele warmtebron. Om de komende jaren maximaal te genieten, zijn er een aantal punten om rekening mee te houden. Op deze pagina leggen wij het opstookprotocol voor vloerverwarming uit voor een duurzaam en optimaal comfort.
Een introductie van onze verdeelunit
De verdeelunit waar wij gebruik van maken, bestaat uit diverse onderdelen. In de onderstaande tekening lichten wij deze zo goed mogelijk toe.
- A- Label circulatiepomp (WILO para)
- B - Thermostatische regeling cv-aanvoerwater (voorinstelbaar)
- C - Inregelbaar retourventiel cv-retourwater
- D - Maximaalthermostaat, met vaste temperatuurinstelling 60°C +/- 5K
- E - Robot mano/thermometer 63 mm 0-6 bar/0-120°C voor vloeraanvoerwater
- F - Insteek thermo-manometer ten behoeve van vloer-retourwater
- G - Aansluiting ten behoeve van vloer-aanvoerwater
- H - Thermostatiseerbaar ventiel (M30 x 1,5), voorinstelbaar, met euroconus aansluiting, ten behoeve van vloer-retourwater
- I - Ontluchter, handbediend
- J - Blindstop, voor eventuele hydraulisch-actieve aansluiting van de verdeelunit
Stappenplan en opstookprotocol vloerverwarming
Na een succesvolle installatie van de vloerverwarming, kan het systeem direct gebruikt worden. Zijn de tegels op de vloer gelijmd na het infrezen? Wacht dan minimaal vier weken totdat u de vloerverwarming aanzet.
Is uw vloerverwarming gebundeld waarbij er naderhand een nieuwe afwerkvloer gelegd is? Dan kunt u de vloerverwarming pas na vier tot zes weken gebruiken.
1. Voor de eerste keer instellen
Op het moment dat de vloerverwarming ingesteld mag worden, moeten er een vijftal stappen worden doorlopen. Hieronder een korte beschrijving van de eerste stappen.
- Draai de groepsafsluiters (H) open.
- Draai het retourventiel (C) open. Hiervoor dient u het dopje eerst te verwijderen. Hierna kunt u met een schroevendraaier of een inbussleutel het ventiel open zetten.
- Plaats de thermostaatknop (B).
- Steek de stekker in het (geaarde) stopcontact.
- Zorg ervoor dat de thermostaatknop (B) bij het eerste gebruik op 25 graden staat.
2. De temperatuur opvoeren
Bij de allereerste ingebruikname van de vloerverwarming dient de warmte geleidelijk in de vloer gebracht te worden. Dit in verband met de lineaire uitzetting van de dekvloer. Door de warmte geleidelijk aan te voeren vermindert u de kans op scheuring.
De eerste week dat u mag stoken, dient de maximale watertemperatuur niet hoger dan 25 graden te zijn. Hier heeft u uw thermostaatknop (B) op ingesteld bij het plaatsen. De meters (E) en (F) geven u daarover uitsluitsel. Hierna mag u de temperatuur per 3 dagen met 5 graden ophogen. Er geldt een maximale temperatuur van 45 graden.
Wanneer u dit opstooktraject heeft afgerond dient u enkel uw kamerthermostaat te gebruiken voor het hoger of lager zetten van de gewenste temperatuur in de ruimte. Wij adviseren u om de kamerthermostaat in te stellen op 1 constante temperatuur. Bijvoorbeeld 21 of 22 graden voor zowel dag en nacht. Hiermee werkt u dus niet met nachtverlaging.
Indien uw vloerverwarming als hoofdverwarming dienst doet en er geen bypass is geplaatst, is het uitermate raadzaam een radiator (zonder thermostaatkraan) elders in de woonkamer open te houden. Daardoor wordt het zogenoemde “pendelen” van uw CV-installatie voorkomen.
3. Wat te doen bij storingen
Ondanks alle zorgvuldigheid waarmee wij de vloerverwarming hebben geïnstalleerd, kunnen er zich altijd storingen
voordoen. Als u niet in staat bent deze zelf te verhelpen, dient u de vloerverwarmingsunit uit te schakelen. Dit doet u door de thermostaatknop naar ‘0’ te draaien en hierna de stekker uit het stopcontact te halen. Zodra dit is gedaan kunt u contact met onze experts opnemen.
Nog steeds vragen over het opstookprotocol?
Geen probleem! Onze experts staan voor u klaar om het tot in de details uit te leggen. Neem contact met ons op via de mail of bel ons voor meer informatie.
Neem contact met ons op